Twee dagen in een hotelletje met mijn vrouw. Schitterend weer, we zitten buiten. Andere gasten: wielrenners, maar ook een heel bruiloftsgezelschap. We vallen met onze neus in de boter. Buiten in de tuin wordt getrouwd. De zon schijnt heerlijk, het vijverwater kabbelt, vogels fluiten, de gasten zijn goed geluimd. Kinderen spelen in het gras en de fotograaf klikt er vrolijk op los. Iedereen gaat zitten voor hét moment: het ja-woord, de belofte moet zo gaan klinken.
Een vrouw, klein van stuk, gaat achter de katheder en microfoon staan. Ze lacht wat zenuwachtig en alle buitengasten kunnen het horen. "Doet ‘ie het??” en ze tikt te hard op de microfoon. Het is de ambtenaar van de burgerlijke stand. Nu ook buiten het gemeentehuis actief, op deze prachtige locatie. Wij zitten op een veilige afstand mee te luisteren. Naarmate haar verhaal vordert, krijg ik last van plaatsvervangende schaamte. Standaardverhaaltjes, nietszeggend. Onpersoonlijk gebabbel. Zelfs de namen van een paar broers en zussen van het bruidspaar noemt ze verkeerd (gelukkig niet van het bruidspaar). "Heten zij anders? Oh.., sorry!”. Zeker een foutje: bij het digitaal knippen & plakken in een oud document vergeten te veranderen… Ik word boos, maar laat het (nee, haar!) varen: ik luister niet meer.
Schande! Op belangrijke levensmomenten hoort er een persoonlijk verhaal te zijn. Het is jouw moment, hoogte- of dieptepunt. Kwetsbaar, belangrijk – hier wordt geschiedenis geschreven. Zoiets markeer je met fijnbesnaard woordspel, niet met dertien-in-een-dozijn verhaaltjes!
[foto, bron: www.kaartje2go.nl]