Levensakker

Op vakantie in de buurt van Denekamp komen we onderweg, onverwacht, een Joodse begraafplaats tegen. Hoge heggen rondom. De begraafplaats zelf is verder kaal, een zandvlakte met grafzerken. Allemaal wat grauw en verweerd, bijna doods. Hebreeuws letterschrift, voor mij net te moeilijk om goed te kunnen lezen. Het strakke zand nodigt niet uit om dichterbij te kijken. Dat kan ook niet, het hek zit op slot.  Het blijkt een Joodse begraafplaats uit de periode 1750-1890 te zijn, gelegen buiten de bewoonde wereld, omdat Joden toentertijd beschouwd werden als heidenen (niet-kerkelijk).

Is het hier daarom zo sober en somber? Op reguliere begraafplaatsen zien we veelal keurig aangeharkte paden en veel groen. Sfeerbrengers, teken van de wil om waardig te zorgen en – dat klinkt wat oneerbiedig – ook wel een beetje gezellig. Er groeit iets, teken van leven. Bloemen en planten verzachten verdriet en gemis.

Het gebrek aan groen en ‘gezelligheid’ heeft te maken met de Joodse visie op leven en dood. Kijk naar het hart van het Jodendom: Jeruzalem. Wie het kan betalen heeft een graf op de Olijfberg, daar waar de hun beloofde Messias zal terugkeren. In juni was ik daar. Ik zag veel kapotte grafstenen. Ook daar weinig sfeer. Gewoon graven in een rij, nagenoeg alle in dezelfde vorm en opmaak. Er wordt niet veel haast gemaakt om de vertreden graven op te knappen. Rust is belangrijker dan een mooi graf. Het geloof in de lichamelijke opstanding is zo sterk in het Joods geloof geworteld, dat deze ‘wachtplaats’ in het graf minder aandacht & zorg behoeft. Elders op de wereld is dat hetzelfde: wachtend op de Messias die komt en die de opstanding uit de doden zal brengen is er vooral behoefte aan rust. Joodse begraafplaatsen mogen om die reden niet of weinig worden geroerd. Wat in ons spraakgebruik een ‘dodenakker’ heet, noemen Joden heel typisch ‘levensakker’ of ‘huis van leven’.

 

De grond van de begraafplaats is bovendien gewijde grond. Het wordt ook als zodanig ingezegend. Dus het betreden op onwaardige wijze is niet gewenst. Het kan zelfs zo zijn dat er gevraagd wordt om het te beschouwen als een Godshuis. Heel praktisch heeft dat de consequentie dat er dan door de mannen een keppel gedragen wordt. Bovendien moet men behoorlijk gekleed zijn en hebben getrouwde vrouwen hun hoofd bedekt. Er mag niet gegeten worden op een begraafplaats en na het verlaten worden de handen gewassen. Joodse begraafplaatsen blijken veelal ook afgesloten omdat ze niet meer actief gebruikt worden en om de kans op grafschennis te verminderen.

 

Dodenakker of levensakker? De aanduiding die je gebruikt zegt iets over je levensvisie. Het perspectief op hiernamaals spreekt op deze manier in het nu.

Naar het overzicht