Als ik bij mensen binnen kom om samen een uitvaart voor te bereiden zoek ik naar de kapstok. Nee, niet letterlijk. Want ik hou mijn colbertje aan – je zorgt altijd dat je er voorkomend blijft uitzien.
Ik zoek naar kapstokken om het verhaal over iemands leven te kunnen vertellen. Wat is nu typisch voor de overledene. In wie hij of zij was, wat hij of zij deed. Meestal komt vanzelf ergens in de verhalen die over tafel gaan zo’n kapstok voorbij. Niet zelden in het laatste half uur van ons voorbereidingsgesprek. Dan zijn de tongen doorgaans goed los, neemt het anekdotische gehalte van de verhalen toe en komen niet zelden vanzelf de pareltjes bovendrijven.
Het is niet voor het eerst dat ik bij voorbeeld pumps meeneem naar een uitvaart. Sommige vrouwen zijn er zo aan gehecht dat ze tegen beter weten in erop blijven lopen. Ook al doen de voeten zeer, ook al ga je in ouderdom wat meer zwikken met je enkels, etcetc. – dames die koste wat het kost dame willen blijven. En daar hoort het hooggehakt door het leven gaan bij. Pijn of geen pijn. Of die vrouw die zelfs bij de motorcrosswedstrijden van haar zoon op hoge hakken in het zand hem stond aan te moedigen. Niet praktisch, wel mooi. Ook voor het verhaal. Het illustratiemateriaal op de uitvaart ligt dan voor de hand. Ergens in mijn verhaal komt zo’n schoen dan op het spreekgestoelte te staan; voor die tijd staat ‘ie keurig netjes verborgen. Het is een herkenbare, dankbare kapstok.
Wat zou die kapstok in jouw geval zijn?
Naar het overzicht