Voor een vrij beroep als de mijne bestaan vele namen. Een kleine greep: ritueelbegeleider, uitvaartspreker, funerair spreker, woorddienstbegeleider. Dat zijn min of meer de officiële benamingen. Wat platter wordt het bij: ceremoniemeester, praatjesmaker, verdrietmanager.
“Ben jij niet gewoon een artiest?”, zei laatst iemand. “Je hoort een verhaal van een ander en componeert daar met woorden, muziek en rituelen een hele voorstelling van”. Tja, als je het zo bekijkt. Puur technisch is het zo. Meestal ken je de overledene of de nabestaanden niet en maak je van flarden aan geschiedenis en betekenis een mooi verhaal. Dat is artistiek, het is ook een kunst – ja! En het doet ook wat met mensen. Ook weer puur technisch gezien en gezegd: je speelt een rol in het managen van hun verdriet.
Noem het zoals je het noemen wilt. Voor mij is het geen kunstje. Zonder bewogenheid en inleving ben ik nergens. Ik ben slechts een mens die vanuit nabijheid even met je op wil trekken met zijn oren, ogen, mond en een hart dat meeresoneert. Zodat jij weer verder kunt. Noem het gerust je tijdelijke reisgenoot.